Egbert Schuurman (1937, gemeente Borger) studeerde civiele techniek aan de Technische Universiteit te Delft en filosofie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Hij promoveerde in 1972 op het proefschrift “Techniek en Toekomst -- Confrontatie met wijsgerige beschouwingen”.
Van 1964-1966 werkte hij aan de Technische Hogeschool van Delft en van 1966-1984 aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. In 1972 werd hij bijzonder hoogleraar in de Reformatorische Wijsbegeerte aan de Technische Universiteit te Eindhoven en bleef dat tot 2004. Van respectievelijk 1974 tot 2004 vervulde hij die functie ook aan de Technische Universiteit te Delft en van 1984 tot 2007 ook aan de Universiteit te Wageningen.
Van 1983 tot 1984 maakte hij in de V.S. deel uit van een internationaal researchteam over Responsible Technology. Hij was van 1981 tot 1983 lid van de zogenoemde Brede DNA-commissie, die in opdracht van de regering de maatschappelijke en ethische aspecten van werkzaamheden met erfelijkheidsmateriaal bestudeerde. Hij was redactielid van twee internationale tijdschriften op het gebied van de filosofie van de techniek. Hij was lid van de stuurgroep van Het Koninklijk Instituut van Ingenieurs over "Grenzen aan de techniek". Schuurman verzorgde gastcolleges over onderwerpen uit de filosofie van de techniek in Canada, V.S., Engeland, Korea, Japan, Zuid Afrika en Brazilië.
Naast zijn proefschrift -- Techniek en toekomst -- zijn andere boeken van zijn hand: 'Techniek: Middel of Moloch?', 'Tussen technische overmacht en menselijke onmacht - Verantwoordelijkheid in een technische maatschappij' , 'Het Technische Paradijs' en 'Filosofie van de Technische Wetenschappen'. Zijn laatste boek is: 'Geloven in Wetenschap en Techniek'. Verschillende boeken zijn vertaald in het Engels, het Koreaans, het Japans, het Chinees, het Spaans en het Portugees.
Van 1983 tot 2011 was hij fractievoorzitter van de Christen Unie in de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
In 1994 werd hem een ere-doctoraat toegekend in de Technische Wetenschappen aan de Universiteit van Noord-West (Potchefstroom), Zuid-Afrika. In 1995 kreeg hij een Templeton Award uitgereikt in Berkeley aan het Center for Theology and Natural Sciences.
In mei 2002 gaf hij een afscheidscollege aan de Technische Universiteit van Delft onder de titel: Bevrijding van het Technische Wereldbeeld – Uitdaging tot een andere Ethiek. Hij is sinds 2003 Officier in de Orde van Oranje Nassau.
In september 2007 gaf hij een afscheidscollege aan de Wageningen Universiteit onder de titel ”De uitdaging van de Islamitische technologiekritiek”.